Heeft u uw
financiële zaken
op orde?

Lees de checklist

Intermedis A & A

De positie van de holding voor de BTW

Geplaatst op: 19-09-2023, 10:00:09

Voor de BTW wordt ‘ieder die een bedrijf of beroep zelfstandig uitoefent’ aangemerkt als ondernemer. Een holding kan ook als een ‘ieder’ worden gezien als deze zelfstandig handelt bij de uitoefening van economische activiteiten. De positie van de holding en het eventuele recht op aftrek van voorbelasting is vaak aanleiding voor discussie met de Belastingdienst.

Het recht op aftrek van voorbelasting geldt uitsluitend voor BTW-ondernemers. De voorbelasting op kosten kan worden afgetrokken als deze zijn toe te rekenen aan activiteiten die voor de BTW zijn belast. De ondernemer moet wel de afnemer zijn van een prestatie en beschikken over een factuur die voldoet aan de wettelijke factuurvereisten. Een holding mag de BTW op kosten niet (volledig) in aftrek brengen als een dochtermaatschappij de afnemer of gebruiker is.

Het verwerven en houden van aandelen is geen economische activiteit

Inmenging in het beheer van de dochteronderneming

Uit verschillende arresten kan worden geconcludeerd dat het Hof van Justitie het verwerven en houden van aandelen niet als economische activiteit ziet. De eventuele opbrengsten komen namelijk niet voort uit de exploitatie van de aandelen, maar alleen uit het eigendom daarvan.

Het houden van aandelen is wel een economische activiteit als er sprake is van inmenging in het beheer van de dochterondernemingen waarvoor BTW wordt geheven. De holding moet hiervoor een vergoeding voor de inmenging vragen. Anders is er namelijk geen sprake van aan BTW onderworpen handelingen.

Het begrip ‘inmenging van een holding in het beheer van haar dochteronderneming’ betreft alle handelingen van de holding voor haar dochteronderneming die een economische activiteit opleveren. Hieronder valt onder andere het verrichten van commerciële, IT- , management- en technische diensten, evenals diensten met betrekking tot het doorbelasten van kosten.

Handeling onder bezwarende titel

De aard van de inmenging heeft mogelijk gevolgen voor het aftrekrecht. De hoofdregel luidt dat voorbelasting uitsluitend aftrekbaar is als dit is toe te rekenen aan BTW-belaste activiteiten. Bij een kostendoorbelasting is niet zonder meer sprake van een belastbare prestatie voor de BTW. Voor een prestatie is namelijk niet alleen vereist dat een betaling wordt gedaan, maar ook dat tegenover deze betaling een handelen (of een nalaten) als ondernemer kan worden bepaald.

In dat geval krijgt de afnemer van de doorbelasting een identificeerbaar voordeel. Er is dan sprake van een handeling die onder ‘bezwarende titel’ wordt verricht. Het is aan te raden om kostendoorbelastingen zo veel mogelijk vast te leggen in schriftelijke overeenkomsten op basis waarvan de holding bepaalde goederen of diensten mag inkopen voor de dochtermaatschappij. Het doorbelasten van kosten kan zo ook een rol spelen in de beoordeling of een holding zich als BTW-ondernemer inmengt in het beheer van de dochtermaatschappij.

De zuivere holding is geen ondernemer voor de BTW

Verschillende categorieën holdings

Er zijn holdings die aandelen kopen ter belegging van overtollige liquide middelen. Deze aandelen worden in de regel ook structureel in- en verkocht. In de regel zijn het vaak grote vermogensbeheerders die deze activiteiten voor de holdings verrichten. In jurisprudentie is de vraag opgekomen of holdings daarmee zelf aan BTW-vrijgesteld vermogensbeheer doen.

Dit blijkt niet het geval te zijn. De holding heeft immers het vermogensbeheer uitbesteed aan een derde en ontvangt in dit kader facturen van de vermogensbeheerder voor de dienstverlening. De vermogensbeheerder is dus degene die aan vermogensbeheer doet en niet de belastingplichtige. Laatstgenoemde is slechts afnemer van de vermogensbeheerdienst. De volgende categorieën holdings kunnen worden onderscheiden:

  • de zuivere holding;
  • de moeiende holding zonder economische activiteiten;
  • de moeiende holding met economische activiteiten;
  • de gemengde holding.

De zuivere holding is geen ondernemer voor de BTW, omdat deze geen prestaties verricht. Deze holding kan dus ook geen BTW in aftrek brengen en niet worden opgenomen in een fiscale eenheid BTW. Het is aan te raden om de holding tegen vergoeding diensten te laten verrichten aan de dochtermaatschappijen.

Vergoeding voor inmenging rekenen

De ‘moeiende holding zonder economische activiteiten’ is geen ondernemer voor de BTW, omdat deze geen vergoeding ontvangt voor de verrichte diensten die de inmenging in het beheer vormen. Deze holding kan dus ook geen BTW op gemaakte kosten in aftrek brengen.

Het is aan te raden om de holding voor de inmenging een vergoeding in rekening te laten brengen. Deze holding kan op grond van de goedkeuring in de zogeheten Holdingresolutie wel onderdeel uitmaken van een fiscale eenheid BTW, als de holding beleidsbepalend en sturend optreedt. Dit kan niet met terugwerkende kracht. Bij opname in de fiscale eenheid is het aftrekrecht bepalend voor de mate van aftrek van BTW op de kosten die zijn gemaakt door de holding.

De hoogte van de vergoeding voor inmenging is niet relevant

Kostendekkende vergoeding

De ‘moeiende holding met economische activiteiten’ wordt gezien als ondernemer voor de BTW. De hoogte van de berekende vergoeding is niet relevant, maar moet wel in verhouding staan tot de verrichte werkzaamheden. De vergoeding moet het grootste deel van de kosten dekken.

Als de dienstverlening bestaat uit vrijgestelde prestaties (zoals de verstrekking van een rentedragende lening of vrijgestelde verhuur van een onroerende zaak) zal de BTW op kosten gemaakt voor de holdingactiviteiten slechts pro rata aftrekbaar zijn.

Pre-pro-rata-percentage

Het pre-pro-rata-percentage geeft het deel van de algemene kosten aan dat is toe te rekenen aan economische activiteiten. Dit percentage wordt berekend door het bedrag van de BTW-belaste omzet te delen door de totale omzet.

Combinaties van activiteiten

De BTW-positie van de gemengde holding is afhankelijk van de combinatie van activiteiten. Er zijn vier mogelijkheden:

  1. De holding houdt in bepaalde deelnemingen uitsluitend aandelen en mengt zich in andere deelnemingen wel in het beheer, zonder aparte vergoeding. De holding geldt in het geheel niet als BTW-ondernemer. De holding heeft daarom geen recht op aftrek van voorbelasting.
  2. De holding houdt uitsluitend aandelen in bepaalde deelnemingen en mengt zich in andere deelnemingen wel in het beheer, tegen vergoeding. De holding is deels BTW-ondernemer. De voorbelasting kan (pre) pro rata (zie het kader hierboven) in aftrek worden gebracht als de voorbelasting is toe te rekenen aan de BTW-belaste activiteiten.
  3. De holding mengt zich in het beheer van al haar deelnemingen, maar ontvangt slechts van een aantal deelnemingen een vergoeding. De holding is deels BTW-ondernemer. De ondernemer kan de voorbelasting (pre) pro rata in aftrek brengen, als de voorbelasting is toe te rekenen aan de BTW-belaste activiteiten.
  4. De holding houdt aandelen in een deelneming zonder zich te mengen in het beheer van haar deelneming of mengt zich wel in het beheer maar ontvangt daar geen aparte vergoeding voor. De holding verricht daarnaast wel belastbare prestaties aan derden. De holding kan deels worden beschouwd als BTW-ondernemer. De ondernemer kan de voorbelasting (pre) pro rata in aftrek brengen als de voorbelasting toe te rekenen is aan de BTW-belaste activiteiten.

Bron: verdiepingsartikel van 24 augustus 2023 door Carola van Vilsteren (van Vilsteren BTW advies) op www.rendement.nl

Ga terug naar de vorige pagina